De cursist als auteur

42


Evelien deed de sleutel in het slot van haar voordeur en de echo weerklonk in het trappenhuis. Ze had gehoopt op een vroegere avond omdat Ana op haar uitnodiging naar Barcelona was gekomen. Maar het raadsel van het getal dat op de voet van Aaron stond geschreven had haar nieuwsgierigheid gewekt en de aanwezigheid van Ana helemaal doen vergeten. Op de trap was de lucht lekker fris en ze dacht aan de koele herfst. Dezelfde benauwdheid van buiten kwam terug toen ze de deur opendeed. Ana was in de woonkamer en met haar natte haar zag ze er heel fris uit.

- Hoi, Evelien! Ik ben net klaar met douchen. Ik dacht erover om een broodje te gaan eten. Wil je ook mee?

- Misschien kunnen wij bij een tentje op het strand een hapje gaan eten?

- Wat een leuk idee!

- Sorry Ana. Ik vergat de tijd met de nieuwe zaak die ik heb gekregen. Ik kan het nog steeds niet uit mijn hoofd zetten. De meeste zaken zijn heel eenvoudig en niet zo interessant maar deze ….

- Ik ken je allang. Ik weet dat je met je werk bent getrouwd. Ik kan mezelf wel vermaken. Maar wat maakt deze zaak zo interessant? Je kan zeker niets zeggen.

- Eigenlijk niet.

Evelien verzonk weer in haar gedachten. Het getal 42 kwam haar heel bekend voor maar ze kon het niet plaatsen. Ze had het ergens gezien maar waar wist ze niet. Ana had besloten zich aan te kleden en toen ze klaar was, liep ze de kamer binnen.

- Ana, het getal 42, zegt dat je iets?
- Ja, natuurlijk. Iedereen kent het!
- Oh ja. Waarvan?
- Ik zal je alles vertellen bij het strandtentje. Anders hebben we morgen nog niet gegeten. 







43

Ze gaf de ober een seintje. Terwijl ze een kopje koffie bestelde, nam ze hem brutaal van top tot teen op. De jongen die rond de 25 jaar oud was, was heel knap. Hij voelde  zich aangevallen maar durfde niets te zeggen. Ze was een zeer aantrekkelijke vrouw maar ook beangstigend. De laatste keer dat hij haar zag had het hem bijna zijn baan gekost. Als Roberto er niet was geweest, hadden ze hem ontslagen. Ze had hem uitgenodigd op haar kamer maar hij had geweigerd. Het duurde niet lang voordat hij bij de hotelmanager geroepen werd en werd beschuldigd van aanranding. Hij kwam goed onder de situatie uit omdat Roberto haar goed kende en bemiddelde, maar hij kon in haar ogen zien dat ze nog een appeltje te schillen had met hem. Hij wist dat het een volgende keer niet zo gunstig zou uitpakken. Ze bracht nare herinneringen bij hem boven. Sinds het incident was zijn leven nooit meer hetzelfde geworden. Zijn vriendin kwam er achter en ondanks zijn uitleg verliet zij hem. Zijn vriendin liet hem de brieven zien die hij zogenaamd had geschreven. Maar ondanks dat het zijn handschrift was, had hij ze nooit geschreven.

Het rinkelende geluid van het porseleinen schoteltje en kopje verbrak de stilte als een blikseminslag in de lobby van het Ritz Hotel toen de ober de koffie op het tafeltje zette. Ze leek afwezig, verzonken  in haar gedachten, als in trance keek ze hoe de zonnestralen dwars door het glas in lood van het raam braken. Haar mobiel rinkelde en de ober schrok en zag de mogelijkheid om snel te verdwijnen. Ze nam de mobiel op.

-    Ja.
-    Ik heb hem uit het oog verloren. Hij is slim. Ik denk dat hij wist dat hij gevolgd werd.
-    Ik ken alleen slimme mannen. Ik denk dat ik een fout met jou heb gemaakt.
-    Nee. Ik denk dat hij naar het ziekenhuis ging.
-    Als dat zo is, waarom bel je me dan? Bel me als je hem gevonden hebt. Als je dat tenminste kunt.
-    Ja mevrouw, ik zal hem vinden.

De galante conciërge van het hotel benaderde haar.  

-    Mevrouw van Beresteyn, wilt u misschien nog een kopje koffie?
-    Nee, dank je, je mag me Ursula noemen.

 

44

Evelien en Ana wandelden op de Barceloneta-boulevard. Het was zonsondergang maar het strand zat nog vol met badgasten die de mogelijkheid gebruikten om af te koelen na een warme dag.

Terwijl de obers van de restaurants de aandacht probeerden te trekken van degenen die langswandelden, speelde het gefluister van de golven die braken op het strand de achtergrondmuziek. Een paar muzikanten bereidden zich voor om te spelen. De fietsers en rollerskaters omzeilden met grote behendigheid de wandelaars.

-  Zullen wij gaan zwemmen en daarna een broodje met een biertje nemen?, zei Ana tegen Evelien die in gedachten verzonken was.

-  Wat zeg je?

-  Of wij even gaan zwemmen en daarna een broodje gaan eten!

-  Ja, natuurlijk.

Ana kleedde zich snel uit en sprong ongeduldig in het water. Met uitgestrekte armen bevrijdde ze zich van haar lichaamsgewicht. De zee wiegde haar lichtjes en de stroming leidde haar naar het strand. Toen ze naar Evelien keek verblindde de zon haar en een golf sloeg haar tegen de grond. Ze stond op en ging uit het water terwijl ze weer controle kreeg over haar eigen lichaam. Evelien vouwde, half gekleed, haar kleding op met extreme precisie.

Ga je niet het water in?

-  Ja natuurlijk, maar alsjeblieft, wat weet je van nummer 42?

-  Als ik het je vertel, ga je dan het water in?

-  Ja.

-  Het komt uit een boek dat The Hitchhiker's Guide to the Galaxy heet , is het antwoord op je vraag. Iedereen kent het behalve jij natuurlijk. Het is een sciencefictionboek. Ik weet zeker dat iemand die op de cyberafdeling van de politie werkt het wel kent. Ken je niemand die daar werkt?

-  Ja. Ik weet iemand. Het zijn rare mensen, niet heel communicatief.

-  Ga naar een van die kerels en vraag of ... Wat doe je met je mobiel? Ga je nu bellen?  

Hallo. Met agent Prado. Kan je me doorverbinden met Montana van de cyberafdeling?

-  Met Montana.

-  Met agent Prado. Ik heb je hulp nodig. Ken je een boek dat The Hitchhiker's Guide to the Galaxy heet? In dat boek komt een getal voor - 42 - weet je er iets van?

-  Is dat een grap? Iedereen kent het behalve jij, maar ik heb het boek niet hier bij me. Ik heb het thuis.

Kan ik het even lenen? Kan ik het bij je thuis ophalen?

-  Ik heb een beter idee. We kunnen elkaar ergens ontmoeten en een hapje gaan eten. Ik zal het boek meenemen. Wat vind je ervan?

 

45

Hij had een bleek gezicht en het leek of hij in een diepe slaap was verzonken. Ethan pakte zijn hand en had verwacht dat hij wakker zou worden maar de hand van Aaron pakte zijn hand niet terug. Ethan bleef stil wachten totdat hij zijn ogen open zou doen, maar hij deed zijn ogen ook niet open. Het licht van de tl-lamp gaf de kamer een kouder gevoel hoewel het heel warm was. De verpleegkundige keek hem aan en zonder een woord te zeggen raakte hij Ethan aan.

Hij wist niet wat hij moest doen. Hij kon niets anders bedenken dan dat hij de zuster van Aaron moest bellen en haar vertellen wat er gebeurd was. Hij hoefde zijn ouders niet te bellen omdat ze al dood waren. Hoe had hij hun dit verteld? Hij keek op zijn mobiel maar hij besefte dat hij in de kamer niet kon bellen. Hij hield zijn lippen dichterbij Aarons' voorhoofd en fluisterde “beter worden Aaron”.

Toen hij de kamer uitging, hield de verpleegkundige hem tegen.

- Meneer? De politie wilde met u spreken. Ze hebben deze kaart voor u achtergelaten.

- Ja natuurlijk. Ik zal bellen zodra ik het ziekenhuis heb verlaten. Hoe dan ook, ik zal morgen rond 12 uur terugkomen. Ik moet nu even zijn familie inlichten. Als de politie u iets vraagt, kunt u hen dan dit vertellen?

- Ja. Ik zal het doen. Gaat het goed met u?

- Ja bedankt. Ik moet nu gaan.

Hij keerde zich om en zag van een afstand het lichaam van Aaron. De vermoeidheid van de dag trof hem op dat moment hard. Hij liep de intensivecareafdeling uit en toen hij op de trap was, ging hij op een trede zitten. Twee kleine tranen kwamen uit zijn ogen.

 

 

46

- Ja, hallo?

- Hoi, met Maria. Ik heb toegang gekregen tot het bestand maar er verschijnt maar een woord “Openbaring 13:5”.

- Heb je ergens een bijbel?

- Een bijbel? Je weet dat ik atheïst ben.

- Het is niet nodig om gelovig te zijn om in het bezit te zijn van een bijbel.

- Ok maar ik heb er geen een. Luister, je zou me ook kunnen bedanken voor alle moeite ...

- Sorry Maria! Bedankt. Het is zo dat ik op dit moment in het ziekenhuis ben en Aaron ligt in coma...

- Waarom heb je dat niet eerder gezegd?

- Het is ingewikkeld maar ik praat er liever niet over door de telefoon.

- Bij jou is altijd alles ingewikkeld. Hoewel ik Aaron niet zo leuk vond, zou ik hem nooit kwaad toewensen. Bel me en laat me even weten hoe het met hem gaat.

- Ik zal het doen.

Hij dacht goed na en herinnerde zich dat er in alle hotelkamers altijd een bijbel was. Hij besloot om naar het hotel terug te gaan maar hij moest het ziekenhuis onopgemerkt verlaten. Op een bord stond ‘Eerste Hulp’. Op weg naar de Eerste Hulp zag hij nog een bord met ‘Cafetaria, Kapper, Apotheek, Winkels’ en hij dacht dat dit een goed moment was om zijn haar af te knippen.

De kapper, een zeer goed geklede oude man met snor en kleine oogjes, glimlachte en keek naar zijn lange witte haren. Toen Ethan hem vroeg om zijn haren af te knippen opende hij zijn mond wijd open en vroeg hem nog een keer of hij het zeker wist. Een enkele keer werd aan hem gevraagd om bijzondere kapsels te maken. Meestal deed hij simpel knipwerk voor de patiënten en artsen van het ziekenhuis. Niemand ging naar hem toe voor iets anders. De patiënten wilden iets niet te ingewikkelds en de artsen wilden altijd iets wat snel klaar was want ze hadden geen tijd. De kapper begon zijn haar te kammen en vroeg zich af of hij misschien iemand een belofte had gedaan maar dat durfde hij niet aan hem te vragen. Het continue metaalachtige geluid van de schaar klonk terwijl de lange haren zonder pardon op de grond vielen. Toen het kleine mannetje bijna klaar was met knippen zei hij tegen Ethan:

- Meneer? Het is mogelijk om haar te doneren voor het maken van een nieuwe pruik. Ik weet niet of u geïnteresseerd bent?

- Ja. U kunt het doneren. Ik heb het niet meer nodig. Werkelijk, ik moest ervan af. Het is jammer maar...

- Ja meneer. Het is jammer maar ik weet zeker dat u er een goede reden voor heeft.

- Ik heb een goede reden.

Ethan betaalde en schudde de hand van het mannetje en ging de trap af naar beneden richting eerste hulp. Daar zag hij een witte jas hangen. Hij pakte hem en deed hem aan. Een aantal mensen zaten in de wachtkamer op hun beurt te wachten. Iedereen keek hem aan in de hoop dat hun beurt was gekomen maar hij liep snel tussen de mensen door en keek nauwelijks naar ze. Met een zakdoekje in zijn hand liep hij het ziekenhuis uit naar buiten en deed alsof hij zijn neus snoot. Hij keek goed om zich heen om te zien of niemand hem stond op te wachten. Toen hij ver genoeg van het ziekenhuis was rolde hij de jas op tot een klein balletje en gooide het in de prullenbak. Alle winkels waren al dicht en naarmate hij verder weg was van het ziekenhuis, hoe minder mensen er door de straten liepen. Het was 9 uur 's avonds.  

 

 

47

In de hotelkamer maakte ze zich klaar voor de nacht. Ze had een afspraak maar ze dacht nog aan de ober van daarnet. Ze vond het niet leuk dat hij niet op haar avances was ingegaan. Hij herinnerde haar aan Ethan toen ze hem voor het eerst zag. Toen maakte Ethan het haar ook moeilijk. Maar Ursula gaf nooit zo maar op en ze had er geen problemen mee om alles uit de kast te halen om haar doel te bereiken en ze gebruikte zelfs dwang als het nodig was. Ze had dat geleerd toen ze nog jong was en haar vader haar iets weigerde. Ze wist precies hoe ze haar vader moest overtuigen. Ursula wist hoe ze het schuldgevoel van haar vader kon gebruiken. Ze had zo'n macht over haar vader dat hij bang voor haar was geworden. Toen de moeder van Ursula stierf had haar vader een oppas ingehuurd. Haar oppas was een vrouw van middelbare leeftijd die met geduld de driftbuien van Ursula verdroeg. Ondanks het slechte karakter van Ursula zag de oppas haar als een dochter en Ursula hield stiekem van haar, misschien omdat ze de enige persoon was die echte aandacht aan haar gaf.

Ursula had toen al besloten om alleen van haar oppas te houden. Op deze manier zou niemand haar pijn kunnen doen. Met de tijd vergat ze wat de betekenis van ‘houden van’ was en haar oppas die niet meer leefde, kon haar niet meer eraan herinneren.

Ursula was nu een hele mooie vrouw geworden maar ook een koude en berekenende vrouw zonder enig gevoel. Ze had dan ook niet zo veel vrienden omdat niemand haar kon verdragen en de weinige vrienden die ze had, waren met haar bevriend vanwege haar geld.

 

 

48

De bladen voelden aan als dons bestrooid met poedersuiker. Hij probeerde de bladzijden heel voorzichtig om te slaan. Hij was bang dat ze zouden breken.

Hij herinnerde zich hoe je het moest doen. Hij had dit op school geleerd toen hij klein was. Voorzichtig sloeg hij de bladzijden om totdat hij ‘Openbaring 13:5’ had gevonden en hij begon te lezen.  

 “En hem werd een mond gegeven, die grote woorden en godslasteringen spreekt; en hem werd macht gegeven dit tweeënveertig maanden lang te doen. En (het beest) opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tent en hen, die in de hemel wonen. En hem werd gegeven om tegen de heiligen oorlog te voeren en hen te overwinnen; en hem werd macht gegeven over elke stam en natie en taal en volk. En allen, die op de aarde wonen, zullen het (beest) aanbidden, ieder, wiens naam niet geschreven is in het boek des levens van het Lam, dat geslacht is, sedert de grondlegging der wereld.”

Hij zei hardop:  ‘42  maanden’ . Hij deed de Bijbel dicht en een rilling ging door zijn lichaam. Bij de deur hoorde hij kloppen.

-  Ethan? Ben jij daar? Julio heeft me verteld dat je was aangekomen. Alles goed met je?
   En met Aaron; hoe is het met hem?

 Ethan kon zich niet bewegen. Ramon bleef nog steeds op de deur kloppen, maar Ethan was in een soort shock.

-  Ethan, als je nu deze deur niet opendoet, dan zal ik het doen.

Ramon ging naar de receptie en pakte de extra sleutel. Hij ging terug naar de kamer van Ethan en deed de deur open. Daar stond Ethan, naast het nachtkastje met de Bijbel in zijn handen.

-  Ethan?, zei Ramon: ‘Kijk even naar mij! Wat is er gebeurd?’

 Ethan keek Ramon aan, maar kon geen woord zeggen.

 

49

- Ana? Wij kunnen de weg afsnijden via Carrer d' Avinyo.
- Ja. Ik vind het prima. Ik barst van de honger.
- Ik weet zeker dat ze bij Cervantes iets hebben dat je lekker vindt.
- Luister: zou jouw vriend het niet erg vinden dat ik ook kom?
- Hij is mijn vriend niet en er is geen afspraakje, dus als hij dat niet leuk vindt is het jammer!
- Ik vind het niet zo raar dat je geen vriend heb. Als je ze allemaal zo behandelt!
- Je moet heel voorzichtig zijn met mannen. Als je niet goed oplet, nemen ze de controle over je hele leven over!
- Ja. Ik weet er alles van. Ik heb een ex-man, weet je nog wel?
- Wat ik zei!
- Maar misschien is er iets tussen ...
- Misschien.

Ze liepen snel door de straat. Gelukkig waren er niet zo veel auto's op de weg. De nieuwsgierige toeristen die genoten van de avondwandeling sloten de hele stoep van het kleine straatje af. Evelien liep als een kievit en Ana had moeite om haar te volgen en de mensen te ontwijken. Hoewel haar haar nog nat was begon ze weer de warmte te voelen. Evelien sloeg rechtsaf en bleef toen staan. Ze keek naar Ana om te checken of ze er nog was.

De bar Cervantes was vol met mensen. Je kon alleen de twee pilaren zien die boven de hoofden van de massa uitstaken en die tot het plafond doorliepen. Het zoemende geluid van de mensen trof Ana en Evelien toen ze de deur van het lokaal open deden. Met moeite probeerden ze zich een weg te vinden tussen de mensen. Evelien zag bij de bar agent Montana die een koud biertje  dronk. Ze zwaaide naar hem en hij zwaaide terug.

- Hoi Evelien – agent Montana gaf haar twee kussen op haar wangen.
- Hoi.
- En wie is die mooie vriendin die je hebt meegenomen?    

Ana werd rood. Montana was een heel knappe man met kristalblauwe ogen en een prachtige glimlach. Ana dacht dat haar vriendin gek was om zo'n  knappe jongen te laten schieten of misschien was hij niet zo leuk in werkelijkheid?

Wordt vervolgd.

 

 


Selecteer taal

Zoeken

Test je kennis

Hoeveel weet je al van de Nederlandse taal?

28 vragen over de Nederlandse taal en cultuur.

Klik hier voor de taaltest

Klik hier om je kennis te toetsen.

Cultuurverschillen

Natuurlijk hebben we tijdens de trainingen ook oog voor verschillen in cultuur. Dus je leert niet alleen hoé je iets zegt in het Nederlands, maar ook wát je zegt in een bepaalde situatie.

Meer weten?

Ik stel het zeer op prijs als je contact met mij opneemt. Vul hiervoor het contactformulier in. Je kunt me ook bellen op nummer 06-16 51 00 78.